Omdat vogels vaak in de kruin van een boom zitten, zich verschuilen in een haag, of op een tak in het midden van een meer gaan rusten, is het belangrijk om een lens met een grote brandpuntsafstand te kiezen. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe meer je erin slaagt om het gevederde diertje dichterbij te halen en groot in je foto’s te tonen.
Maar een lichtsterke primelens van dat kaliber is duur. En een zoomlens geeft je meer bewegingsvrijheid, omdat je vanaf je schuilplaats op de vogel kunt inzoomen. Waardoor daar de voorkeur naar uitgaat. Let echter op welke lens je koopt. Want niet elke zoomlens past op je spiegelreflexcamera. Veel goedkope, grote telelenzen zijn voor systeemcamera’s bedoeld.
Weet je niet waar te beginnen, begin dan met onze vergelijking van deze lenzen voor vogelfotografie.
Welke instellingen kies je voor vogelfotografie?
Kies voor de sluitertijd voorkeuzefunctie op je camera en laat je fototoestel het diafragma bepalen op basis van de gekozen ISO-waarde en de ingestelde tijd. Zo bekom je de beste resultaten en zorg je ervoor dat vogels ook scherp op de foto komen wanneer je ze in volle vlucht in beeld neemt.
De ISO-waarde houd je zo laag mogelijk in functie van het aanwezige licht om ruis op je foto’s te voorkomen. Zitten vogels in de schaduw, zal dat wellicht 400 ISO zijn. De sluitertijd moet kort zijn. Bij een 500 mm is dat 1/500 seconde of sneller. Anders krijg je bewegingsonscherpte in beeld.
Door het gefladder om je heen, maar ook door trillingen van de zware lens voor vogelfotografie. Ook de beeldstabilisatie kan dat niet verhelpen. Die bouwt enkel een veiligheidsmarge in van maximaal 2 fotografische stops.
